SAMEN STERK

Claudicatio intermittens, in de volksmond ook wel Etalagebenen genoemd.

Datum: 21 januari 2018

Claudicatio intermittens, in de volksmond ook wel Etalagebenen genoemd, is een van de kenmerkendste symptomen passende bij de diagnose perifeer arterieel vaatlijden (PAV). De naam refereert aan het veelvuldig stilstaan voor etalages van patiënten die bij het lopen pijn in de benen ondervinden ten gevolge van een vernauwing of afsluiting van een slagader naar of in de benen.

Oorzaak
De oorzaak van de vernauwing of afsluiting is vrijwel altijd het gevolg van vetafzetting in de wand van de slagader en verkalking van de wand (atherosclerose). Roken is samen met suikerziekte verreweg de belangrijkste oorzaak hiervan. Er zijn echter ook wel mensen die nooit gerookt hebben en toch deze aandoening krijgen. Tijdens het lopen hebben de beenspieren meer zuurstof en dus meer bloed nodig. Bij gebrek aan zuurstof ontstaat verzuring van de spieren, wat de krampende pijn veroorzaakt.

Klachten
Een typische klacht bij etalagebenen is pijn na een stukje lopen. Na een poosje rusten (door bijvoorbeeld voor een etalage een poosje staan te kijken, vandaar de Nederlandse benaming) zakt de pijn weer wat af en kan de patiënt weer verder lopen. De afstand die de patiënt nog kan lopen zonder pijn te krijgen is een praktische maat voor de ernst van de aandoening.

De plaats waar de pijn optreedt, zegt iets over de plaats van de vernauwing: die zit meestal flink daarboven. In het allerergste geval heeft men ook in rust pijn. Dan zijn de bloedvaten zo ernstig vernauwd dat de bloedvoorziening naar de spieren en de huid ook in rust tekortschiet. Vaak wordt eerst gekeken of het probleem kan worden opgeheven door middel van een PTA behandeling (dotteren), eventueel een stent plaatsen, en daarna als dat niet afdoende is kan er worden overgegaan op revascularisatie. Daarbij wordt een ader, meestal uit hetzelfde been of uit de arm, eerst verwijderd en vervolgens zodanig ingehecht, waardoor het bloed de vernauwing kan omzeilen. Indien dit niet mogelijk is, of als de operatie niet lukt, is uiteindelijk vaak een amputatie nodig.

Diagnose
Allereerst kan onderzocht worden of in de knieholte (aan de arteria poplitea) en aan de zijkant van de enkel (aan de arteria tibialis) nog pulsaties te voelen zijn. Vervolgens kan de ernst van het perifeer arterieel vaatlijden worden ingeschat met behulp van de enkel-armindex. Hierbij wordt de bloeddrukwaarde aan de enkel gedeeld door de bloeddrukwaarde aan de pols. Als deze waarde tussen de 0,4 en 0,9 ligt is perifeer arterieel vaatlijden zeer waarschijnlijk. Waarden onder de 0,4 duiden op zeer ernstige ischemie van de onderste ledematen, wat gepaard kan gaan met gangreen.

Behandeling
De behandeling is erop gericht om problemen door de klachten te beperken en de risicofactoren voor aderverkalking te verminderen. Sommige patiënten hebben genoeg aan het wandeladvies. Er is echter ook een groep patiënten die intensievere begeleiding door een fysiotherapeut nodig heeft. Soms is zelfs een ingreep in het ziekenhuis (dotter of bypass) nodig om de vernauwing van het bloedvat op te heffen. Ook na zo'n operatie kan een fysiotherapeutisch onderzoek gewenst zijn. Dan wordt vooral uw manier van lopen bekeken waarna mogelijk een fysiotherapeutische behandeling volgt.